Afhandeling restschade-zaken

Het nieuwe stelsel voor beroepsziekten en dienstongevallen krijgt steeds meer vorm. Tijdens de onderhandelingen speelde echter een gevoelige kwestie: de werkgever ging op basis van een eigen richtlijn alvast van start met het afhandelen van (oude) lopende (restschade)zaken. Na lang aandringen van de bonden is nu overeengekomen dat er voor deze zaken overgangsbeleid komt.

Dit betekent dat bonden en werkgever samen gaan afspreken hoe de uitgangspunten van het nieuwe stelsel zoveel mogelijk kunnen worden toegepast in deze zaken.

Sinds het voorjaar van 2020 werken de bonden en de werkgever aan nieuwe afspraken over betere zorg, ondersteuning en vergoedingen voor collega’s die te maken krijgen met een beroepsziekte of een dienstongeval. Inmiddels is op hoofdlijnen duidelijk welke voorzieningen de nieuwe regeling kan gaan bieden:

Collega’s met gezondheidsproblemen die verband houden met het politiewerk, krijgen meteen zorg, ondersteuning en recht op bepaalde vergoedingen. Dat is een grote verbetering ten opzichte van de oude regeling. Momenteel zijn de aanspraken op dit gebied aan ingewikkelde juridische voorwaarden verbonden en dat is de bonden al jaren een doorn in het oog. Het juridische getouwtrek waar dat toe leidde heeft helaas regelmatig voor schrijnende situaties gezorgd. Door de invoering van de nieuwe regeling zal dit tot het verleden gaan behoren.

De nieuwe regeling geeft een collega met werkgerelateerde gezondheidsproblemen drie jaar lang recht op zorg, ondersteuning en vergoeding van inkomensschade, medische kosten, huishoudelijke hulp en verlies aan zelfwerkzaamheid – zelfs als zijn medische klachten slechts voor één procent veroorzaakt zijn door het politiewerk.

Nog een verschil met de huidige regeling: in de rechtspositie wordt vastgelegd dat resterende (blijvende) schade volledig wordt vergoed als die het gevolg is van een ongeval of ziekte die in overwegende mate is voortgekomen uit het politiewerk.

Lopende zaken
Tijdens de onderhandelingen over een nieuwe regeling voor beroepsziekten en dienstongevallen ging de werkgever aan de slag met het afhandelen van (oude) lopende (restschade)zaken. Met als doel om deze zaken af te wikkelen en met de betreffende medewerkers overleggen welke zorg en ondersteuning zij nodig hebben. Zij worden uitgenodigd voor een gesprek en daarbij doet het korps dan ook een voorstel voor de afwikkeling van de geleden schade.

Geen garantie
Op zich vinden de bonden het een goede zaak dat de werkgever voortvarend aan de slag wilde gaan. De gesprekken vinden echter plaats aan de hand van een interne richtlijn, opgesteld zonder instemming van de bonden. Deze richtlijn zou moeten bevorderen dat lopende zaken alvast in de geest van de nieuwe (betere) regeling worden afgehandeld. Maar helaas ontdekten de bonden dat dat in de praktijk niet altijd gebeurde.

Beperkte groep
Ook bleef lange tijd onduidelijk welke groep (oud-)medewerkers precies bedoeld werd met de aanduiding ‘lopende (rest)schadezaken’ in de interne richtlijn. Uiteindelijk bleek dat het korps daarbij een veel beperktere groep collega’s voor ogen had dan de bonden. Volgens ons zou het niet moeten uitmaken of een (oud-)medewerker nog in dienst of met ontslag is, of dossiers verjaard zijn en of de werkgever wel of niet aansprakelijk gesteld is. Ook lijkt er in een aantal gevallen sprake te zijn van willekeur. De bonden hebben voorbeelden gezien waarbij het korps aan medewerkers die formeel niet onder de criteria in de richtlijn vielen maar wel duidelijk hun onvrede lieten blijken, toch maar een voorstel deed om van het gedoe af te zijn.

Overgangsbeleid
De bonden besloten deze aanpak aan de kaak te stellen en begonnen bij de werkgever aan te dringen op een gegarandeerd overgangsbeleid voor collega’s die voor de beoogde ingangsdatum van de nieuwe regeling (1 januari 2022) gezondheidsproblemen hebben opgelopen door hun politiewerk. Op 4 maart bleek minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid deze actie te steunen, waardoor in het hoogste arbeidsvoorwaardenoverleg binnen de politiesector (CGOP) kon worden afgesproken dat er overgangsbeleid komt. De komende maanden moet duidelijk worden hoe dat beleid er precies uit gaat zien. Wat de bonden betreft mag de afhandeling van de (oude) lopende zaken op basis van het nog te formuleren overgangsbeleid niet slechter uitpakken voor de collega’s, dan reeds toegekende vergoedingen door de politie op basis van de interne richtlijn.

Medewerkers die nu door het korps benaderd worden voor een gesprek over afdoening van hun dossier mogen zelf kiezen of zij daarop willen ingaan of dat zij liever wachten op het overgangsbeleid.
Het streven is het overgangsbeleid en de nieuwe regeling begin juni 2021 klaar te hebben. Vervolgens wordt de tweede helft van 2021 gebruikt om de afspraken om te zetten in wet- en regelgeving, die dan hopelijk op 1 januari 2022 van kracht zou kunnen worden.

De bonden hebben de werkgever laten weten dat de nieuwe regeling voor beroepsziekten en dienstongevallen en een fatsoenlijk overgangsbeleid voor daardoor al getroffen collega’s in hun ogen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dus als er onverhoopt geen overeenstemming wordt bereikt over het overgangsbeleid, dan is er ook geen akkoord mogelijk over de nieuwe regeling – en andersom.

Download hier (406 KB) de brief die de minister op 12 maart naar de Tweede Kamer gestuurd heeft.